Here we are again. Ons democratisch samenlevingsmodel staat op het spel.
Het is donderdag 24 maart 2022 en de zon schijnt hoog boven mijn hoofd. In het park lees ik over de ambigue definitie van een genocide, wanneer een vader en zijn kind naar de eendjes kijken. De eendjes kwaken luid en ik vraag me af waarover. Zouden ze zich kwaad maken om wat er vanochtend vroeg is gebeurd? De vader spreekt een voor mij onbekende taal. Ik geloof dat het om een Slavische taal gaat. Misschien wel Oekraïens? Voor ik het weet zijn mijn gedachten niet meer bij de woorden in het boek dat ik in mijn handen heb, maar bij het wrede machtsspel dat zich in de ochtend had voltrokken. Binnenkort slaan wellicht duizenden ouders met hun kinderen op vlucht voor het oorlogsgeweld in Oekraïne. De megalomane trekken van één man – en de belangen van een heleboel andere mannen rondom hem – zijn de oorzaak van een nieuwe donkere bladzijde in onze geschiedenisboeken. Geschiedenisboeken die weliswaar nog niet geschreven zijn, maar weldra een exhaustief hoofdstuk zullen bevatten over een lang doodgezwegen conflict: Oost-West, thuis best? Op sociale media denkt plots iedereen dat hij een puzzelstukje gevonden heeft die zijn verklaringen zullen doen excelleren boven die van al de rest. In wat volgt probeer ook ik mijn gedachtegangen uit te schrijven en ik waarschuw de lezer bij voorbaat: hier zult u geen baanbrekende verklaringen lezen, maar wel enkele kritische mijmeringen.
Aan de hele situatie die zich nu voltrekt in Oekraïne gaan een reeks andere feiten vooraf. Volgens sommigen situeert de oorsprong van het conflict in 2014. Toen annexeerde Rusland de Krim, een schiereiland in de Zwarte Zee, op Oekraïne. Het Russische Keizerrijk deed het hen al eens voor in 1793: ook toen werd het schiereiland geannexeerd. De redenen daarvoor in 1793 waren belangenconflicten in het toenmalige Ottomaanse Rijk. De Krim bood destijds namelijk een uitstekende toegang tot het Ottomaanse Rijk om vandaaruit het Midden-Oosten te bereiken. In de twee daaropvolgende eeuwen blijft de verhouding tussen de Russen en de Krim ambivalent: naast de nauwe banden met de Russen, volgen zowel externe als interne conflicten met onder andere de Duitsers en enkele etnische groepen elkaar haastig op. Het was Nikita Chroesjtsjov die tijdens zijn Sovjetbewind de Krim toevoegde aan de Sovjetrepubliek Oekraïne. Sinds de Berlijnse Muur gevallen is en er daarmee een symbolisch einde kwam aan de Koude Oorlog en dus ook de Sovjet Unie, is Oekraïne een soeverein land. Als gevolg daarvan behoorde de Krim niet langer tot de Russische invloedssfeer.
De zelfverklaarde Ikea-historicus die sinds het begin van deze eeuw aan de knoppen zit van het Kremlin, gebruikt die ambigue relatie tussen Rusland en de Krim om zijn macht te doen gelden. In 2021 publiceerde hij een soort essay over de “historische” eenheid tussen Rusland en Oekraïne. Als we zo’n millennium terug duiken in de tijd, kan je inderdaad vaststellen dat Kyiv weleer een metropool was in Centraal Europa. Na spanningen vluchtten bevolkingsgroepen vanuit Kyiv naar gebieden die nu Rusland en Wit-Rusland heten. Oekraïne is dus volgens Poetin de bakermat van de Russische beschaving en dus maakt Poetin aanspraak op het gehele grondgebied van Oekraïne. Daarbij komt nog dat er in het oosten van het land heel wat etnische Russen wonen. Ook dat gebruikt hij als argument om aan te tonen dat hij “zijn bevolking” moet beschermen. Volgens Poetin voert de prowesterse regering van Zelensky een massale genocide uit op de Russische bevolking. Het internationaal recht schrijft dan voor dat een staat beroep mag doen op de Verenigde Naties om maatregelen te nemen, maar dat het geen aangelegenheid is van de staat zelf.
Over het gebruik van de termen “genocide” en “historisch” bestaat heel wat discussie. Poetins beschuldigingen aan het adres van Oekraïne gaven hem volgens zichzelf het recht om het land binnen te vallen en de militante groeperingen te steunen. Bovendien voelde Poetin zich genoodzaakt om de zelfverklaarde, van Oekraïne onafhankelijke regio’s (waarin de meeste etnische Russen wonen in Oekraïne), Donetsk en Loegansk, te erkennen. Russia Today – de internationale versie van de Russische staatszender, nauw verbonden met het Kremlin – berichtte dat de inwoners van Donetsk en Loegansk zich eindelijk gehoord voelden na jarenlange onderdrukking. “Wij wachtten hier al jaren op en eindelijk is het zover,” hoorde je iemand luidkeels roepen in een on-the-field interview door Russia Today. In feite gebruikt Poetin dus zijn eigen visie op de geschiedenis van Rusland en Oekraïne en de zogenaamde volkswil van de etnische Russen in Oekraïne, als argument om de grenzen van zijn machtsimperium dichterbij het Westen op te schuiven.
In onze, Westerse ogen valt het moeilijk te vatten waar die ideeën vandaan komen. In het Westen lijken onze vrije samenleving, de democratische instellingen en al haar geledingen het samenlevingsideaal. Toch is de wereld nog nooit tiranvrij geweest. In het Oude Griekenland streefden de twee meest succesvolle stadstaten ook al om hun afzonderlijke ideologie: het democratische (lees: een minimalistisch democratisch bestek) Athene stond lijnrecht tegenover het aristocratische Sparta in de Peloponnesische Oorlogen. Uiteindelijk zou de Macedonische Alexander de Grote de nieuwe wereldleider worden en het Oude Griekenland inlijven in zijn invloedssfeer. Enkele eeuwen later evolueerde ook Rome van een min-of-meer vrije staat naar een tiranniek keizerrijk. In de 18e eeuw pleegde Napoleon Bonaparte een staatsgreep en niet veel later liet hij zich uitroepen tot Franse Keizer. Altijd stond er ergens wel een heer op die zijn grenzen letterlijk en figuurlijk wilde verleggen. De grootheidsgekte is terug van nooit weggeweest. Vergelijk het met een kleuter: als een kleuter schreeuwt omdat het een snoepje wil en je geeft het een snoepje in ruil om te stoppen met schreeuwen, dan zal het de volgende keer een hele snoepzak vragen om jou hetzelfde in ruil te geven.
Bovendien is de geschiedschrijving inherent aan het democratisch gehalte van een samenleving. Gedurende lange tijd (en in feite nog steeds) focuste de Europese geschiedschrijving op de oude grijze man op de troon (lees: de besturende klasse). Van vele perioden, waaronder de tirannieke Romeinse Keizertijd, beschikken we vandaag louter over top-down geschiedschrijving: de schrijvers van het hof wisten de publieke opinie te bespelen in het voordeel van de Keizer. Of dat is toch hoe ze wilden dat de toekomst zich hen zou herinneren: alsof de algehele Romeinse bevolking de Keizer blindelings zou volgen. Natuurlijk is er kritiek, natuurlijk zijn er andere opinies en natuurlijk is niet iedereen even volgzaam aan het regime. Dat is vandaag de dag niet anders in Rusland. Het Kremlin zet allerlei propagandamiddelen in om ons – het Westen – te doen geloven dat er een soort Russische eensgezindheid bestaat over de historische eenheid van Rusland en Oekraïne, maar ook dat de voltallige Russische bevolking achter haar leider zou staan.
Belgisch Premier De Croo haalt terecht aan in zijn tweet dat Rusland naar alle waarschijnlijkheid niet over genoeg gevangenissen beschikt om iedere betoger in op te sluiten. Als je daarentegen de beelden bekijkt van betogers die hardnekkig neer worden geslagen door de Russische ordediensten, dan schrik je wel even. Het vereist heel wat moed om opnieuw de straat op te komen om te protesteren tegen een regime dat haar opposanten monddood wil maken. Enter: het Westen. Is het nu aan de Europese Unie en de NAVO om haar democratische idealen te verdedigen? Betekenen de duizenden Russische opposanten – die in Rusland overigens absoluut geen agency krijgen – een vrijgeleide voor het Westen om terug te vechten? De afgelopen dagen kwamen ook in Brussel en andere Europese steden mensen op straat om tegen oorlogsvoering te protesteren. De extreemlinkse zijde in ons land kan niet begrijpen dat België wapens, munitie en andere noodzakelijke factoren voor een oorlog leveren aan Oekraïne. In mijn ogen is dat een sterk discutabel standpunt: vanwaar komt namelijk het idee dat we vanuit onze vrije samenleving oorlogsvoering zouden ondersteunen? Dat gaat toch in tegen al onze samenlevingsidealen? “Nooit meer oorlog,” and yet, here we are again. Toch denk ik dat we ons helaas een andere vraag moeten stellen: hoever willen we (ja, wij allemaal) gaan om onze vrije samenleving niet enkel te verdedigen, maar ook te behouden. Of geven we het Kremlin nu een vrijgeleide om Oekraïne in te lijven in de “Russische” wereld? De fundamenten van ons samenlevingsmodel staan op het spel in dit conflict.