[Open brief] Het hoger onderwijs — de kanttekening: corona-editie

​“Wat ze werkelijk tekort komen, is een beetje extra tijd. . . En ergens hebben we als maatschappij exact die groep tot nu toe over het hoofd gezien.” (Meys, 2020)

Als eerstejaarsstudent zijnde wil ik vooral in het daglicht treden om aan te geven dat het eigenlijk niet sociaal aanvaardbaar zou mogen zijn. Dat wat er momenteel gebeurt. We hebben een minister die zijn kop enkel lijkt te breken over de middelbare en lagere scholen: hoe moet dat verder? Let op: ik probeer de positie van middelbare scholieren en leerkrachten niet te verheerlijken. Integendeel zelfs. Die laatsten moesten in een fractie van hun carrière hun hele standaard omgooien, online alternatieven uitwerken en vooral de leerlingen niet uit het oog verliezen, hoe abstract dat ook klinkt in deze bizarre tijd. Burgerinitiatieven schoten als paddenstoelen uit de grond om ook de sociaal kwetsbaardere leerlingen te voorzien van de nodige middelen. Of dat volledig gelukt is? Waarschijnlijk niet. Daar hoort u mij ook geen commentaar op geven. We doen allemaal ons best. Ook u, beste minister. Ik verwijt u helemaal niets. We kunnen namelijk niet al onze doelen perfect nastreven.

“Eigenlijk vind ik dat we, een beetje, een kans hebben laten liggen. We hebben weken aan een stuk 1.2 miljoen mensen in tijdelijke werkloosheid gestoken, betaald om thuis te blijven omdat ze niet anders konden. Eigenlijk hadden wij weken aan een stuk, via digitale weg die mensen opleiding moeten geven.” (De Croo, 2020)

Ik hoor één van uw collega’s het hebben over educatie en ik zou bijna menen dat we met een mol zitten. U gelooft dus werkelijk, beste minister, dat u en uw team duizenden mensen weken aan een stuk op een degelijke manier educatieve vorming hadden kunnen geven? Duizenden mensen die ouders zijn van kleine kinderen, grote kinderen en de handen vol hebben? Duizenden mensen die hun collega’s missen en eigenlijk op hun beide knietjes zouden smeken om terug te mogen gaan werken? U denkt dus dat al die mensen — en ik snap dat niet ál die mensen zulke vorming nodig hebben, vandaar dat ik over duizenden spreek — bereid waren geweest om die vorming aan te nemen? En wat als ze dat niet hadden gedaan? Ik durf niet eens te denken aan welke quota u hen zou hebben opgelegd.

Da’s niet waarvoor ik het woord vraag. Ik bied mijn verontschuldigingen aan.

Ik ben een eerstejaarsstudent en heb het helemaal niet gemakkelijk. Dat eerste semester aan de universiteit, vol overtuiging begonnen aan mijn avontuur in de — trouwens belachelijk egoïstische — grote-mensen-wereld en de mokerslag met mijn volle gezicht opgevangen. Het viel wat tegen. Toch leest u hier geen smeekbede van mij.

Toen ik het artikel in Knack las, ging ik er bij voorbode vanuit dat het een slakende noodkreet zou zijn van een hoogleraar die ook een ei kwijt wou. Opnieuw mijn oprechte excuses voor dat vooroordeel beste professor. Nadat ik het artikel gelezen had, kreeg ik een krop in mijn keel. Ik herkende mij in verschillende aangehaalde bronnen uit uw enquête. Ik vroeg mij lange tijd af of ik de enige was. Het blijkt niet zo te zijn.

Moet ik nu blij zijn? Nee. Ik kan opgelucht ademhalen. Ja. Maar ’t is ronduit verschrikkelijk wat er gebeurt. Ik vertel u erbij dat ik me nog in een relatief luxueuze positie bevind: ik heb de middelen gekregen van mijn ouders, ik kom niets te kort. Er zijn veel studenten die dat niet hebben, denkt u daar ook soms aan? Ondertussen heb ik een uur lang mijn smartphone aan de kant geduwd en wanneer ik die weer oppak, verschijnen er (zucht) alweer x-aantal e-mails die allemaal van dezelfde afzender komen. “Denk je hier nog aan? Volgende week nog een paper schrijven! Vergeet niet dat je dat verslag nog moet afmaken? Durf vragen stellen. Er valt vooral géén leerstof weg. De examenfaciliteiten worden aangepast omwille van…”

Geef mij nu toch dat beetje extra tijd.

​Onze maatschappij is een ware cult voor hoogopgeleiden. Jarenlang voeren leerlingen die niet meekunnen een strijd met zichzelf om toch maar een plekje te kunnen bemachtigen onderaan de piramide. Jarenlang proberen leerlingen al dan niet het beste van zichzelf te geven om zo hogerop te geraken. Voor sommigen lukt dat beter dan voor anderen. Als je maar naar die universiteit kan gaan of toch tenminste kan zeggen dat je het geprobeerd hebt. Let op: ik heb zelf gekozen voor mijn positie, dat is waar. Dat wil echter niet zeggen dat ik vrede moet nemen met de onrechtvaardigheid waarmee ik dagdagelijks in aanraking kom.

Ik ben blij dat er een algemene bevoegdheid is als het gaat over de middelbare school: dat een minister van bovenaf al zijn marionetten in toom probeert te houden om een lijn te trekken in ons onderwijs. Niveau moet er zijn. Helemaal mee eens. Maar mag ik u nog eens wijzen op de manier waarop het aanvaard is hoe jongvolwassenen na het behalen van een diploma aan de humaniora in de handen worden gesmeten van een te kiezen grootmacht die letterlijk een bewind naar keuze voert. Corona of zonder corona — dat is nooit anders geweest. Presteren, presteren, presteren. De werkdruk moet hoog liggen.

Geef mij nu toch alstublieft dat beetje extra tijd.

Ons onderwijsmodel is er om iedereen de juiste mogelijkheden aan te bieden. Ik heb van dat model ook gebruik gemaakt om te staan waar ik nu sta. Of ik blij ben? Ja en nee. Ik ben enorm trots dat ik aan de uitdaging begonnen ben, enorm teleurgesteld dat ik niet onmiddellijk in volle versnelling uit de startblokken geschoten ben. Of mij het allemaal ooit zal lukken? Dat weet ik niet en dat zal volledig van mijzelf afhangen. Want ik herhaal dat ik de mogelijkheden heb.

De kern van mijn boodschap ligt nu immers bij het beleid. Het past nog allemaal even niet in mijn bovenste kamertje. Hoe binnen de universiteiten gelobbyd wordt net als in de politiek om titels te verdedigen. Ik ben er trots op dat in de studentenverenigingen de nodige aandacht wordt besteed aan dat onderwijs. Ik kan immers niet onder woorden brengen hoe belangrijk dat is. Of er echter eensgezindheid bestaat over het onderwijsbeleid, dat betwijfel ik.

​Sommige proffen hebben, zo blijkt, niet de indruk dat de studenten nu mogelijkheden missen. Nee toch? Honderden mails en meldingen her en der zouden het mogelijk moeten maken om op diezelfde manier te kunnen en blijven presteren. Een pintje gaan drinken gaat nu toch niet meer en gaan feesten is al helemaal uit den boze. We hebben tijd. Tijd, tijd, tijd. Tijd te veel. Laten we die tijd dan ook gebruiken om vooral géén leerstof te laten liggen, maar waar nodig nog extra materiaal aan te bieden die voor een betere interpretatie kan zorgen van de leerstof. Ze hebben toch tijd.

Geef mij nu toch — en ik smeek u — dat beetje extra tijd.

P.S.: Mocht mijn korte termijn boodschap niet duidelijk zijn: wij, studenten, snakken naar ademruimte.

P.S.²: Mocht mijn lange termijn boodschap niet duidelijk zijn: uw systeem ligt niet in de lijn van de perfectie, maar veronderstelt een verandering: het is u die daar blind voor bent.

Elian Pergola

Elian Pergola is een 22 jaar jonge, creatieve digital storyteller. Terwijl hij aan de KU Leuven de kneepjes van de historische kunsten stilaan onder de knie krijgt, stampt hij buiten de muren van de universiteit een onderneming uit de grond. Als podcastmaker werkte hij alreeds samen met de VRT, de Stad Hasselt en Leuven.

https://www.elianpergola.com
Vorige
Vorige

Welkom op elianpergola.com

Volgende
Volgende

De ontknoping: een teloorgang nabij (?)